Surah Al-Qalam ( The Pen )

Select reciter

Nederlands

Surah Al-Qalam ( The Pen ) - Aya count 52
Facebook Twitter Google+ Pinterest Reddit StumbleUpon Linkedin Tumblr Google Bookmarks Email
ن ۚ وَالْقَلَمِ وَمَا يَسْطُرُونَ ( 1 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 1
Noen. (Ik zweer) bij de pen en wat zij (de menschen) schrijven.
مَا أَنتَ بِنِعْمَةِ رَبِّكَ بِمَجْنُونٍ ( 2 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 2
Gij, o Mahomet! zijt, door de genade van uwen Heer, geen bezetene.
وَإِنَّ لَكَ لَأَجْرًا غَيْرَ مَمْنُونٍ ( 3 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 3
Waarlijk, er is u eene eeuwige belooning gereed gemaakt;
وَإِنَّكَ لَعَلَىٰ خُلُقٍ عَظِيمٍ ( 4 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 4
Want gij hebt een verheven karakter.
فَسَتُبْصِرُ وَيُبْصِرُونَ ( 5 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 5
Gij zult zien en de ongeloovigen zullen het zien.
بِأَييِّكُمُ الْمَفْتُونُ ( 6 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 6
Wie uwer van zijne zinnen is beroofd.
إِنَّ رَبَّكَ هُوَ أَعْلَمُ بِمَن ضَلَّ عَن سَبِيلِهِ وَهُوَ أَعْلَمُ بِالْمُهْتَدِينَ ( 7 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 7
Waarlijk, uw Heer kent hen wel, die zijn pad verlaat, en hij kent hen wel, die op den rechten weg geleid worden.
فَلَا تُطِعِ الْمُكَذِّبِينَ ( 8 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 8
Gehoorzaam hen dus niet, die u van bedrog beschuldigen.
وَدُّوا لَوْ تُدْهِنُ فَيُدْهِنُونَ ( 9 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 9
Zij begeeren, dat gij hen met zachtheid zoudt behandelen, en dan zouden zij u ook met zachtheid behandelen.
وَلَا تُطِعْ كُلَّ حَلَّافٍ مَّهِينٍ ( 10 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 10
Maar geloof niemand die ieder oogenblik zweert en een verachtelijke is.
هَمَّازٍ مَّشَّاءٍ بِنَمِيمٍ ( 11 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 11
Luister niet naar den lasteraar, die met leugens omgaat.
مَّنَّاعٍ لِّلْخَيْرِ مُعْتَدٍ أَثِيمٍ ( 12 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 12
Die verbiedt wat goed is; die een overtreder, een snoodaard is.
عُتُلٍّ بَعْدَ ذَٰلِكَ زَنِيمٍ ( 13 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 13
De onmeêdoogende en buitendien van onreine geboorte.
أَن كَانَ ذَا مَالٍ وَبَنِينَ ( 14 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 14
Zelfs indien hij rijkdommen en vele kinderen heeft.
إِذَا تُتْلَىٰ عَلَيْهِ آيَاتُنَا قَالَ أَسَاطِيرُ الْأَوَّلِينَ ( 15 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 15
Als hem onze teekenen herinnerd worden, zegt hij: Dit zijn fabelen van de ouden.
سَنَسِمُهُ عَلَى الْخُرْطُومِ ( 16 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 16
Wij zullen een vurig kenteeken op zijn neus drukken.
إِنَّا بَلَوْنَاهُمْ كَمَا بَلَوْنَا أَصْحَابَ الْجَنَّةِ إِذْ أَقْسَمُوا لَيَصْرِمُنَّهَا مُصْبِحِينَ ( 17 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 17
Waarlijk, wij hebben de bewoners van Mekka beproefd, zooals wij vroeger de eigenaars van den tuin beproefden, toen zij zwoeren, dat zij de vruchten daarvan des ochtends zouden verzamelen.
وَلَا يَسْتَثْنُونَ ( 18 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 18
En er de uitzondering niet bijvoegden: Indien het Gode behaagt.
فَطَافَ عَلَيْهَا طَائِفٌ مِّن رَّبِّكَ وَهُمْ نَائِمُونَ ( 19 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 19
En de tuin werd door eene verwoesting van uwen Heer overvallen, terwijl zij sliepen.
فَأَصْبَحَتْ كَالصَّرِيمِ ( 20 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 20
En des ochtends was die, als een tuin waarvan de vruchten reeds verzameld waren.
فَتَنَادَوْا مُصْبِحِينَ ( 21 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 21
En zij riepen elkander, toen zij des morgens opstonden, zeggende:
أَنِ اغْدُوا عَلَىٰ حَرْثِكُمْ إِن كُنتُمْ صَارِمِينَ ( 22 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 22
Ga vroeg naar uwe beplanting, indien gij voornemens zijt de vruchten daarvan te verzamelen.
فَانطَلَقُوا وَهُمْ يَتَخَافَتُونَ ( 23 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 23
Daarop gingen zij, terwijl zij elkander toefluisterden:
أَن لَّا يَدْخُلَنَّهَا الْيَوْمَ عَلَيْكُم مِّسْكِينٌ ( 24 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 24
Geen arme zal heden uwen tuin binnentreden.
وَغَدَوْا عَلَىٰ حَرْدٍ قَادِرِينَ ( 25 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 25
En zij vertrokken vroeg, met het voorgestelde doel, niets te geven.
فَلَمَّا رَأَوْهَا قَالُوا إِنَّا لَضَالُّونَ ( 26 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 26
Toen zij zagen dat de tuin verzengd en verwoest was, zeiden zij: Wij hebben ons zeker in den weg vergist.
بَلْ نَحْنُ مَحْرُومُونَ ( 27 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 27
(Maar toen zij bevonden dat het hun eigen tuin was), riepen zij uit: Waarlijk, het is ons niet geoorloofd (de vruchten daarvan te plukken).
قَالَ أَوْسَطُهُمْ أَلَمْ أَقُل لَّكُمْ لَوْلَا تُسَبِّحُونَ ( 28 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 28
De verstandigste van hen zeide: Heb ik u niet gezegd: Waarom gedenkt gij God niet?
قَالُوا سُبْحَانَ رَبِّنَا إِنَّا كُنَّا ظَالِمِينَ ( 29 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 29
Zij antwoordden: Geloofd zij onze Heer! Waarlijk, wij waren zondaren.
فَأَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ يَتَلَاوَمُونَ ( 30 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 30
En zij begonnen elkander te laken.
قَالُوا يَا وَيْلَنَا إِنَّا كُنَّا طَاغِينَ ( 31 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 31
En zij zeiden: Wee over ons! waarlijk, wij waren zondaren.
عَسَىٰ رَبُّنَا أَن يُبْدِلَنَا خَيْرًا مِّنْهَا إِنَّا إِلَىٰ رَبِّنَا رَاغِبُونَ ( 32 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 32
Misschien zal onze Heer ons een beteren tuin dan dezen in ruiling geven; en wij smeeken onzen Heer ernstig, ons vergiffenis te schenken.
كَذَٰلِكَ الْعَذَابُ ۖ وَلَعَذَابُ الْآخِرَةِ أَكْبَرُ ۚ لَوْ كَانُوا يَعْلَمُونَ ( 33 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 33
Dit is de kastijding van dit leven; maar de kastijding van het volgende leven zal gestrenger zijn. Indien zij het geweten hadden, zouden zij zich in acht genomen hebben.
إِنَّ لِلْمُتَّقِينَ عِندَ رَبِّهِمْ جَنَّاتِ النَّعِيمِ ( 34 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 34
Waarlijk, voor de vromen zijn, door hunnen Heer, heerlijke tuinen gereed gemaakt.
أَفَنَجْعَلُ الْمُسْلِمِينَ كَالْمُجْرِمِينَ ( 35 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 35
Zouden wij met de Moslems, even als met de zondaren handelen?
مَا لَكُمْ كَيْفَ تَحْكُمُونَ ( 36 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 36
Wat scheelt u, dat gij aldus oordeelt?
أَمْ لَكُمْ كِتَابٌ فِيهِ تَدْرُسُونَ ( 37 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 37
Hebt gij een boek (van den hemel) waarin gij leest.
إِنَّ لَكُمْ فِيهِ لَمَا تَخَيَّرُونَ ( 38 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 38
Dat gij datgene zult verkrijgen, wat gij zult verkiezen?
أَمْ لَكُمْ أَيْمَانٌ عَلَيْنَا بَالِغَةٌ إِلَىٰ يَوْمِ الْقِيَامَةِ ۙ إِنَّ لَكُمْ لَمَا تَحْكُمُونَ ( 39 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 39
Of hebt gij eeden ontvangen, die ons op den dag der opstanding zullen binden, dat gij zult genieten wat gij u verbeeldt?
سَلْهُمْ أَيُّهُم بِذَٰلِكَ زَعِيمٌ ( 40 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 40
Vraag hun wie van hen dit waarborgt.
أَمْ لَهُمْ شُرَكَاءُ فَلْيَأْتُوا بِشُرَكَائِهِمْ إِن كَانُوا صَادِقِينَ ( 41 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 41
Of hebben zij makkers, die borg voor hen blijven? Laat hen dan hunne makkers toonen, indien zij de waarheid spreken.
يَوْمَ يُكْشَفُ عَن سَاقٍ وَيُدْعَوْنَ إِلَى السُّجُودِ فَلَا يَسْتَطِيعُونَ ( 42 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 42
Op een zekeren dag zal het been ontbloot worden, en zij zullen opgeroepen worden om te aanbidden; maar zij zullen daartoe niet in staat zijn.
خَاشِعَةً أَبْصَارُهُمْ تَرْهَقُهُمْ ذِلَّةٌ ۖ وَقَدْ كَانُوا يُدْعَوْنَ إِلَى السُّجُودِ وَهُمْ سَالِمُونَ ( 43 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 43
Hunne oogen zullen nedergeslagen zijn en zij zullen door de schande worden gevolgd, omdat zij tot de vereering van God werden uitgenoodigd, terwijl zij in zekerheid waren, maar niet wilden hooren.
فَذَرْنِي وَمَن يُكَذِّبُ بِهَٰذَا الْحَدِيثِ ۖ سَنَسْتَدْرِجُهُم مِّنْ حَيْثُ لَا يَعْلَمُونَ ( 44 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 44
Spreek dus niet ten gunste van hen, die deze openbaring van bedrog beschuldigen. Wij zullen hen allengs tot de vernietiging voeren, langs wegen die zij niet kennen.
وَأُمْلِي لَهُمْ ۚ إِنَّ كَيْدِي مَتِينٌ ( 45 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 45
Ik zal hun een ruimen tijd verleenen; want mijne krijgslist is onfeilbaar.
أَمْ تَسْأَلُهُمْ أَجْرًا فَهُم مِّن مَّغْرَمٍ مُّثْقَلُونَ ( 46 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 46
Vraagt gij hun eenige belooning voor uwe prediking? Maar zij zijn met schulden beladen.
أَمْ عِندَهُمُ الْغَيْبُ فَهُمْ يَكْتُبُونَ ( 47 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 47
Zijn de geheimen der toekomst met hen, en schrijven zij die van de tafel van Gods besluiten af?
فَاصْبِرْ لِحُكْمِ رَبِّكَ وَلَا تَكُن كَصَاحِبِ الْحُوتِ إِذْ نَادَىٰ وَهُوَ مَكْظُومٌ ( 48 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 48
Wacht dus geduldig het oordeel van uwen Heer af, en wees niet zoo als hij, die door den visch werd verzwolgen toen hij God aanriep, terwijl hij innerlijk toornig was.
لَّوْلَا أَن تَدَارَكَهُ نِعْمَةٌ مِّن رَّبِّهِ لَنُبِذَ بِالْعَرَاءِ وَهُوَ مَذْمُومٌ ( 49 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 49
Had de genade van zijn Heer hem niet bereikt, dan ware hij zeker, met schaamte bedekt, op de naaste kust geworpen geworden.
فَاجْتَبَاهُ رَبُّهُ فَجَعَلَهُ مِنَ الصَّالِحِينَ ( 50 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 50
Maar zijn Heer koos hem, en maakte hem tot een der rechtvaardigen.
وَإِن يَكَادُ الَّذِينَ كَفَرُوا لَيُزْلِقُونَكَ بِأَبْصَارِهِمْ لَمَّا سَمِعُوا الذِّكْرَ وَيَقُولُونَ إِنَّهُ لَمَجْنُونٌ ( 51 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 51
Er ontbreekt slechts weinig aan, of de ongeloovigen zouden u met hunne arglistige blikken nederwerpen, als zij de vermaning van den Koran hooren; en zij zeggen: Hij is zekerlijk bezeten.
وَمَا هُوَ إِلَّا ذِكْرٌ لِّلْعَالَمِينَ ( 52 ) Al-Qalam ( The Pen ) - Aya 52
Maar hij (de Koran) is slechts eene vermaning aan alle schepselen.
Facebook Twitter Google+ Pinterest Reddit StumbleUpon Linkedin Tumblr Google Bookmarks Email

Select language

Select surah